Hof wijst schadeclaim heer Jansen tegen gemeente af

Het schadebedrag van ruim € 400.000 dat de heer Jansen heeft geclaimd vanwege het tijdelijk niet kunnen verhuren van parkeerplaatsen is door het Hof afgewezen. Het Hof constateert dat de heer Jansen de schade niet heeft kunnen bewijzen en dat de heer Jansen de proceskosten van de gemeente moet betalen. Hiermee komt na alle jaren van procederen een eind aan dit geschil.

De rechtbank wees eerder al de vordering van de heer Jansen volledig af. In hoger beroep heeft het Hof daarna in een tussenarrest bepaald dat drie soorten van schade in aanmerking kwamen voor een mogelijke vergoeding. Dit betrof mogelijke schade aan de derving van huurinkomsten van parkeerplaatsen, de overleguren met de gemeente gedurende enkele maanden en kosten voor vaststelling van schade en aansprakelijkheid.

Volledige afwijzing vordering voor gederfde huurinkomsten

In het definitieve besluit heeft het Hof vastgesteld dat heer Jansen niet in staat was om de beweerde schade als gevolg van verlies aan huurinkomsten afdoende te bewijzen. Oorspronkelijk eiste hij een bedrag van een kleine € 300.000,--, dat hij later in hoger beroep verhoogde tot ruim € 425.000,-. Deze vordering is door het Hof volledig afgewezen.

Over de overleguren heeft het Hof geoordeeld dat heer Jansen recht heeft op een vergoeding voor de overleguren met de gemeente in de maanden juli tot en met oktober 2012.

Door de afwijzing van de vordering voor de derving van huurinkomsten, zijn er geen kosten voor de vaststelling van schade en aansprakelijkheid verschuldigd. Nu de heer Jansen door het Hof in het ongelijk is gesteld, moet hij de proceskosten van de gemeente betalen.

Afsluiting

Deze uitspraak bevestigt de gemeente in haar standpunt na alle jaren van procederen over dit onderwerp. De advocaten werken uit wat er precies betaald moet worden aan de gemeente.