Verplichte participatie bij ruimtelijke initiatieven

In sommige gevallen is participatie verplicht. De gemeente adviseert wel om altijd het gesprek aan te gaan met mensen die iets van uw plan of initiatief gaan merken.

Participatie is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet die op 1 januari 2024 in gaat. De gemeenteraad heeft op 11 december 2023 een lijst vastgesteld met in welke situatie participatie verplicht is. Ook heeft de gemeenteraad aangegeven wanneer zij gebruik wil maken van haar adviesrecht. Dit betekent dat de gemeenteraad een bindend advies geeft over dit ruimtelijke initiatief aan het college. Vervolgens zal het college dit advies overnemen in haar besluit.

Lijst met situaties waarbij participatie verplicht is en gemeenteraad gebruik maakt van haar adviesrecht:

  1. Het toevoegen van twee of meer woningen in het buitengebied of het toevoegen van 5 of meer woningen binnen de bebouwde kom (a).
  2. Het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning.
  3. Het oprichten, veranderen of uitbreiden van agrarische bedrijvigheid (b) in het buitengebied met een gebruiksoppervlakte van meer dan 200 m².
  4. Het toevoegen van of het veranderen van functie naar een niet-agrarische bedrijfsfunctie met een gebruiksoppervlakte (bebouwd en/of onbebouwd) van meer dan 200 m² buiten de bebouwde kom.
  5. Het veranderen van een bestaande niet-agrarische bedrijfsfunctie buiten de bebouwde kom, waarbij een bedrijfsfunctie wordt toegelaten in een hogere milieucategorie dan het (tijdelijk) omgevingsplan toestaat.
  6. Het realiseren, uitbreiden of toevoegen van zelfstandige kantoorruimte met een gebruiksoppervlakte van meer dan 100 m²
  7. Overige functiewijzigingen van meer dan 100 m² gebruiksoppervlakte binnen de bebouwde kom, voor bedrijventerreinen geldt meer dan 200 m² gebruiksoppervlakte.
  8. Het realiseren van niet-ondergeschikte detailhandel (c) en het uitbreiden van bestaande niet-ondergeschikte detailhandel.
  9. Het realiseren, uitbreiden of toevoegen van horeca, dag- en verblijfsrecreatie met een grondoppervlakte (bebouwd en/of onbebouwd) van meer dan 200 m² buiten de bebouwde kom.
  10. Het realiseren van windmolens met een ashoogte van meer dan 20 meter en bij meer dan 1 windmolen op dezelfde locatie.
  11. Het realiseren van zonnevelden (d) en/of opslag van andere vormen van energie (buurtbatterij, biomassa-installatie en waterstof) voor meer energieopwekking dan nodig is voor eigen particulier gebruik in of direct aansluitend aan het erfgebied mits landschappelijk ingepast.
  12. Het tijdelijk gebruiken van gronden of bouwwerken, met uitzondering van het tijdelijk gebruiken en/of plaatsen van een woonkeet/woonunit/stacaravan of het tijdelijk gebruiken van een bijgebouw voor bewoning bij het (ver)(her)bouwen van een woning voor een termijn van maximaal 2 jaar.
  13. Het realiseren van maatschappelijke voorzieningen, sportinfrastructuur of recreatieve voorzieningen.
  14. Het aanleggen/bouwen van grootschalige infrastructurele (kunst)werken.

Lijst waarbij participatie verplicht is, maar besluitvorming alleen bij het college ligt:

15.  In het geval van het bouwen of uitbreiden van een bijbehorend bouwwerk voor zover dit bestaat uit het vergroten van een woning of het vergroten van een ander hoofdgebouw.

Definities:

(a) Bebouwde kom: de grenzen van de bebouwde kom zijn gebaseerd op de bebouwde kommen onder de Wegenwet. De bebouwde kom wordt onderscheiden ten opzichte van het buitengebied.

(b) Agrarische bedrijvigheid: veehouderijen, glastuinbouwbedrijven, akkerbouwbedrijven (open teelt), bedrijven die telen in gebouwen (bedekte teelt) en loonwerkbedrijven. Daarnaast komt het voor dat een losse opslag van mest een inrichting is.

(c) Niet-ondergeschikte detailhandel: detailhandel anders dan als nevenfunctie bij een (agrarische) bedrijfsactiviteit.

(d) Zonneveld: veld of weide met zonnepanelen bedoeld voor duurzame energieopwekking.